Granaatappels hebben een ietwat vreemde naam. Deze naam is komt van het feit dat deze openspat op het moment dat hij overrijp uit zijn struik valt, als een granaat dus. Deze struiken kunnen tot zes meter hoog worden en worden gekweekt rond de middellandse zee.
De sappige vrucht zit vol met pitjes, die allemaal een vliesje hebben, ook wel ‘cellen’. Iedere pit in deze cellen is ongeveer 3mm groot. Het vruchtvlees gemakkelijk uit de granaatappel halen is een hele klus en hier wordt nogal eens wat gemorst en geknoeid.
Wist je dat van granaatappelsap een bekende siroop wordt gemaakt: grenadine
Een granaatappel ontpitten
Hoe kun je een granaatappel nu het beste ontdoen van die pitten, die je in vele recepten kunt verwerken? Hier zijn meerdere manieren voor maar wij zetten er even twee van de makkelijkste voor je op een rijtje:
- Snij de granaatappel in twee en sla vervolgens met een (houten) lepel op de schil. Wanneer je dit doet vallen de pitjes er zo uit. Om de velletjes te verwijderen kun je de pitjes nog even in water spoelen. Kijk wel uit want de cellen zijn erg broos.
- Snij de granaatappel overlangs in vier gelijke stukken. Leg deze vervolgens in een kom met water en maak de pitjes los. Vliesjes komen op die manier bovendrijven. Giet deze af en giet het water met de pitjes door een zeef. Nu zijn de granaatappel pitjes gescheiden en klaar voor gebruik!