Terwijl de oude Grieken op rotsen plaatsnamen om scholen tonijn voorbij te zien zwemmen, worden deze dieren vandaag tot duizenden kilometers ver op zee gestalkt door vissersvloten uitgerust met helikopters, gps en geluidsgolven. Consumeerde de wereld in 1950 zo’n 600.000 ton tonijn op jaarbasis, dan werd vorig jaar 6 miljoen ton gevangen tussen het Canadese Prince Edward Island en de Filippijnen.
En omdat er steeds meer schepen bijkomen zijn sommige soorten als de blauwvin tonijn al bijna uitgestorven. Een EU-richtlijn die de jacht op de bedreigde zuidelijk blauwvintonijn tijdelijk moest verbieden werd neergesabeld door belanghebbende lidstaten, waaronder Spanje, Frankrijk, Italië en Griekenland. Volgens schattingen van het World Wildlife fund (WWF) zal de Atlantic bluefin tegen 2012 definitief van de aarde zijn verdwenen. Bijna alle commercieel gevangen blauwvintonijn, ook wel reuzentonijn genoemd, gaat naar Japan. Hij wordt daar rauw gegeten als sushi en sashimi. Japan consumeert zowat 80% van de 60.000 ton blauwvintonijn die jaarlijks wordt gevangen.
‘Het is een natuurramp die zich ontvouwt en niemand is zich ervan bewust’, zegt Charles Clover, ‘De oceanen zijn geen onuitputtelijke bron. 90 procent van de grote vissen is al verdwenen. Als we in het huidige tempo doorvissen, zijn de zeeën leeg in 2048.’ Om het tij alsnog te keren moet de visserij globaal aan banden worden gelegd, te beginnen met de industriële vistrawlers uit Japan, Europa en de VS. En er moeten grote zeereservaten worden aangelegd zodat de biodiversiteit in rust hersteld kan worden. bron: Time Magazine 05 november 2009, 18:36