Bij SCFE gaat men in de eerste fase, de ‘extratiefase’, de ‘ruwe visolie’ onder hoge druk (200 tot 600bar) en bij temperaturen tussen de 30 en 150°C koolstof dioxide of een andere chemische stof in een ‘super kritische’ toestand (noch vloeibaar, noch gasvormig) door de cellen van de visolie persen tot ze openbarsten. De tweede stap is de ‘separatie’, waarbij men eruit haalt wat men nodig heeft (bvb DHA of EPA) en later deels kan toevoegen wat verloren is gegaan (bvb vitamine E). M. Murray en J. Beutler schrijven in hun boek ‘Vetten en olie beter begrijpen’ over SCFE het volgende: ‘Niet goed geïnformeerde kopers en supplementenproducenten zijn gelokt door de lagere temperaturen (en snellere productietijd) tijdens het SCFE-proces. Na geraffineerde olie in massa geproduceerd, levert SCFE spijtig genoeg lage kwaliteit op. Deze methode levert een zuiver technisch maar geraffineerd product net zoals witte suiker en wit brood. Maar dit zuiver product is alles behalve goed, het mist zijn vrienden (de micro-voedingstoffen die hen in de natuur vergezelden). Wat de fabrikanten ons ook doen geloven; wie voorstander is van puur natuur kan moeilijk voorstander zijn van farmaceutische visolie.